Excentrische wormpomp (monopomp)

De naam monopomp verwijst naar professor Moineau, de uitvinder van deze pomp. De schroefvormige rotor draait in een nauw passende rubberen stator, die voorzien is van een dubbel-gangig schroefprofiel met de dubbele spoed van de rotor. Daardoor wordt de vloeistof in de kamertjes tussen rotor en stator tijdens het draaien axiaal verplaatst. De roterende beweging van de hoofdas wordt door middel van de cardanas overgebracht op de zowel roterende als slingerende rotor. Toepassing Algemeen voor het verpompen van 'moeilijke' vloeistoffen, zoals nietsmerende vloeistoffen, schurende vloeistoffen en vloeistoffen of mengsels waarvan de structuur en/of de vaste bestanddelen niet beschadigd mogen worden.

Pluspunten

• Harde deeltjes worden eenvoudig in het zachte rubber gedrukt en worden daarna weer in de vloeistof opgenomen;
• De structuur van de vloeistof wordt niet beschadigd;
• Slechts één roterend element;
• Keuze uit een uitgebreid aanbod aan bestendige materialen;
• Goede doseernauwkeurigheid;
• Aanmerkelijke vrije kogeldoorlaat;
• Verder als genoemd bij roterende verdringerpompen algemeen.

Minpunten

• Pomp is sterk gevoelig voor drooglopen;
• Niet geschikt voor hoge temperaturen;
• Hoge slijtage van stator en rotor (gemiddeld twee statoren tegen één rotor);
• Slijtdelen contamineren de vloeistof;
• De cardankoppelingen zijn storingsgevoelig vanwege de kans op binnendringen van de verpompte vloeistof;
• Verder als genoemd bij roterende verdringerpompen algemeen.